5/5
9.6 VAN 10 / 25 BEOORDELINGEN

Kinderporno (art. 240b Sr)

De delictsomschrijving

Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
“1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert, verwerft, in bezit heeft of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.”

Kort en zakelijk weergegeven gaat het dus om het bezitten en/of verspreiden van kinderpornografie. De meest recente versie van het artikel is op 1 april 2010 in werking getreden.

Een toelichting

Overtreding van artikel 240b Sr komt veelvuldig voor. Bovendien kan het artikel op veel mogelijke manieren worden overtreden. Het artikel richt zich tot degene die kinderporno bezit en/of verspreidt. De strafbepaling strekt tot het beschermen van de (afgebeelde) jeugdige. De bedoeling van het artikel is het seksueel misbruik van jeugdigen alsook de exploitatie daarvan terug te dringen. Niet van belang is of de pornografie door een minderjarige of meerderjarige is vervaardigd.

Opzet

Voor overtreding van artikel 240a Sr is allereerst van belang dat de verdachte opzet had op het bezitten en/of verspreiden van de kinderporno. Het opzet is ingeblikt in de gebezigde werkwoorden. Voorwaardelijk opzet is voldoende om het vereiste opzet te kunnen bewijzen. Van dit voorwaardelijk opzet is bijvoorbeeld sprake bij het gebruik van risicovolle zoektermen in zoekmachines. Opzet op de leeftijd van de afgebeelde jeugdige is niet vereist. Wanneer de afbeeldingen bijvoorbeeld van een website worden gehaald waarbij nadrukkelijk is vermeld dat alle modellen ouder dan 18 jaar zijn, sluit dit alsnog de bewezenverklaring van het feit niet uit. Het gaat erom hoe oud de betreffende modellen ogen.

O.a. Rechtbank Den Haag 30 juni 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7428.
2 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2016.
3 Rechtbank Oost-Brabant 7 juni 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2370.

Seksuele gedraging

Het begrip ‘seksuele gedraging’ wordt in de praktijk ruim opgevat. Van belang is dat sprake is van een afbeelding van een gedraging van expliciet seksuele aard, die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling, welke vaststelling kan worden gemaakt aan de hand van de afbeelding zelf. Zo kan een afbeelding van een handeling die op zichzelf niet seksueel van aard is toch als kinderporno worden aangemerkt, gelet op de wijze waarop de afbeelding tot stand is gekomen en of deze strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Evenmin is vereist dat twee of meer personen op de afbeelding zijn afgebeeld, nu de pose van de afgebeelde ook een seksuele gedraging kan opleveren. Bijvoorbeeld wanneer de nadruk van een afbeelding ligt op het geslachtsdeel van de minderjarige. Ook zonder poseren kan onder omstandigheden evenwel sprake zijn van een seksuele gedraging (bijvoorbeeld het heimelijk filmen van een minderjarige onder de douche). Evenmin is vereist dat de jeugdige door de afgebeelde handeling daadwerkelijk is geschaad. Niet is dus vereist dat een zedendelict wordt afgebeeld, nu de schadelijkheid voor de jeugdige bepalend is. Deze schadelijkheid kan onder meer blijken uit de uit de afbeelding naar voren komende sfeer en/of uit de publicatie van de afbeelding.

Schijnbaar betrokken

Niet langer is vereist dat wordt bewezen dat een echt kind bij de vervaardiging van de kinderporno is betrokken. Ook virtuele kinderporno valt inmiddels onder de strafbaarstelling van artikel 240b Sr. Het moet dan echter wel gaan om afbeeldingen die niet van echt te onderscheiden zijn. Of deze volledig virtueel gemaakt zijn of niet is niet direct relevant. Het gaat erom of het materiaal naar uiterlijke verschijningsvorm kinderporno oplevert. De achterliggende gedachte van de strafbaarstelling van het bezit en/of verspreiden van deze virtuele kinderporno is dat hiermee de cultuur wordt bevorderd.

Gegevensdrager

Met de in de strafbepaling genoemde gegevensdragers worden onder meer CD’s, DVD’s, USB-sticks en geheugenkaarten bedoeld.

Geautomatiseerd werk/communicatiedienst

In de praktijk is dit bestanddeel het meest relevant, nu het in de praktijk vaak gaat om internetverkeer ter zake kinderporno. Onder geautomatiseerd werk en communicatiedienst moet worden begrepen een inrichting die is bestemd om langs elektronische weg gegevens op te slaan, te verwerken of over te dragen. Feitelijk vallen alle apparaten/technologieën waarmee verbinding kan worden gemaakt met het internet onder deze termen.

Hoge Raad 10 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1359.
5 O.a. Hoge Raad 16 januari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0221.
6 O.a. Rechtbank Oost-Brabant 25 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:4984.
7 O.a. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2434.
8 O.a. Hoge Raad 31 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT1822.
9 Hoge Raad 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497.

Kennelijk jonger dan achttien jaar

Dit bestanddeel levert in de praktijk voor de verdediging vaak mogelijkheden op om met succes verweer te voeren tegen het tenlastegelegde feit. Immers, bij afgebeelde jeugdigen valt niet steeds eenvoudig te onderscheiden of sprake is van minderjarigheid of niet. Zeker niet bij jeugdigen van wie de identiteit niet bekend is. De werkelijke leeftijd behoeft niet te worden bewezen. Anderzijds geldt dat wanneer vaststaat dat de afgebeelde persoon minderjarig is niet hoeft te worden bewezen dat deze persoon kennelijk jonger dan achttien jaar is. Voldoende is wanneer in rechte komt vast te staan dat de afgebeelde minderjarige kennelijk jonger is dan 18 jaar. Schuld van de verdachte is in dat kader geen vereiste.

Verspreiden

Het verspreiden van kinderporno is strafbaar, of dit nu één of meerdere afbeelding(en) betreft. Verspreiden kan in de praktijk gebeuren door bijvoorbeeld het uitwisselen ervan op fora, het mailen ervan, het WhatsAppen ervan etc. Het enkele verstrekken van een wachtwoord waarmee de kinderporno kan worden bekeken is onvoldoende. Dit wachtwoord moet wel daadwerkelijk worden gebruikt door de ontvanger. Opzet op de kinderpornografische inhoud van het materiaal is niet vereist. Wel dient opzet aanwezig te zijn ten aanzien van de verspreiding. Het opzet wordt namelijk door het bestanddeel verspreiden verondersteld.

Aanbieden

Het bestanddeel aanbieden is in de praktijk niet/nauwelijks relevant en is juist in de strafbepaling opgenomen vanwege internationaal verdragsrechtelijke invloeden.

Zich toegang verschaffen

Dit bestanddeel is in de strafbepaling opgenomen nu de wetgever wilde voorkomen dat in gevallen waarin het bezit niet kan worden bewezen de verdachte vrijuit gaat. Dit bestanddeel ziet dus bijvoorbeeld op de omstandigheid dat kinderpornografisch materiaal in te zien is via besloten computernetwerken of anderszins en de verdachte dit ook doet. Wanneer de verdachte dus geen kinderporno heeft op zijn eigen computer maar deze dus elders inziet, kan sprake zijn van zich toegang verschaffen. Dit bestanddeel veronderstelt voorts opzet. Ook het openen van een website waarop kinderpornografie zichtbaar is kan zich toegang verschaffen opleveren. Er is dus in ieder geval een actieve handeling van de verdachte vereist.

Het bewijs van dit toegang verschaffen wordt in de praktijk vaak geleverd door de historische gegevens, betalingsverkeer en het al dan niet beschikken over wachtwoorden voor bepaalde websites.

10 Hoge Raad 6 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8772.
11 Hoge Raad 27 september 2016, ECLI:NL:HR:22016:2185.
12 Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1891.

Invoeren, doorvoeren, uitvoeren

Deze bestanddelen zien vanzelfsprekend op het binnen of buiten het Nederlands grondgebied brengen van kinderpornografisch materiaal. Dat kan gebeuren door bijvoorbeeld gegevensdragers over de landsgrenzen te brengen, maar ook door digitale verzending ervan en bijvoorbeeld het downloaden ervan in een ander land.

Vervaardigen

Vervaardigen kan op verschillende manieren gebeuren, bijvoorbeeld door het opnemen van kinderpornografisch materiaal via de webcam. Ook kan vanzelfsprekend worden gedacht aan het maken van foto’s en/of filmpjes. In de praktijk hoeft niet steeds te worden bewezen dat de verdachte eigenhandig het materiaal heeft gemaakt, zo lang hij hierbij maar een actieve rol heeft gehad.

Verwerven

Onder verwerven moet worden verstaan het verkrijgen van de beschikkingsmacht over bepaald materiaal. Hierbij moet dan wel bewezen kunnen worden dat sprake was van (voorwaardelijk) opzet op de inhoud van het materiaal. In de praktijk is dit geen heel relevant bestanddeel.

In bezit hebben

Dit is in de praktijk het belangrijkste bestanddeel. In de meeste gevallen wordt namelijk vervolgd voor het bezit van kinderporno. Voor het in bezit hebben van kinderporno is vereist dat er een zekere mate van beschikkingsmacht is. Hierdoor wordt ook (voorwaardelijk) opzet verondersteld. In de praktijk wordt dit voorwaardelijk opzet vaak bewezen aan de hand van de locatie waar het bestand is aangetroffen, de manier van zoeken en de plekken waar gezocht wordt. Eveneens kan de naam van het bestand relevant zijn. Wanneer kinderpornografie abusievelijk wordt gedownload levert dit geen strafbaarheid op, mits deze direct na het inzien ervan wordt verwijderd. Deze verwijdering moet wel definitief van aard zijn, dus het enkele plaatsen van de kinderpornografie in de prullenbak maakt niet dat niet langer sprake is van juridisch bezit, al menen veel verdachten van wel.

13 Hoge Raad 7 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:167.
14 Gerechtshof Den Bosch 27 februari 2007, ECLI:NL:GHSHE:2007:AZ9818.
15 Gerechtshof Den Bosch 3 augustus 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:3477.

Openlijk tentoonstellen

Ook hiervoor geldt dat een actieve handeling van de verdachte vereist is. Deze handeling moet zijn gericht op het kennis nemen van derden van het tentoongestelde materiaal. Deze tentoonstelling hoeft overigens niet op een openbare plaats te gebeuren. Ook in besloten kring kan de kinderporno worden tentoongesteld, mits deze voor derden waarneembaar is.

Beroep of gewoonte

Wanneer de verdachte een beroep en/of gewoonte maakt van het bezit en/of verspreiden van kinderporno, wordt deze in de praktijk zwaarder bestraft. Dit beroep en/of deze gewoonte moeten wel separaat bewezen kunnen worden. Voor het bewijs hiervan is vereist dat de verdachte herhaald met kinderporno bezig is en dit ook frequent doet. Vereist is dat de verdachte de intentie en/of de neiging heeft telkens met kinderporno bezig te zijn. Voor het bewijs hiervan zijn onder meer het tijdsbestek, de frequentie van de handelingen en de hoeveelheid kinderporno relevant.

De strafbedreiging

Overtreding van artikel 240b Sr is een misdrijf. De maximumstraf die op het misdrijf is gesteld, is een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en/of een geldboete van de vijfde categorie.

Indien sprake is van een gewoonte en/of beroep geldt een maximumgevangenisstraf van acht jaar.

De afdoening

Een overtreding van artikel 240b lid 1 Sr kan worden afgedaan middels een strafbeschikking. Deze strafbeschikking kan op een OM-zitting aan de verdachte worden opgelegd, maar kan ook rechtstreeks (als geldboete) per post aan de verdachte worden toegezonden. Verder kan een overtreding van artikel 240b lid 1 Sr afgedaan worden middels een zogenaamde OM-transactie. Toch zal dit zelden tot nooit gebeuren. In de praktijk wordt er vaak voor gekozen de verdachte te dagvaarden om bij de meervoudige strafkamer van de rechtbank te verschijnen. Zeker in geval van lid 2 is dat aan de orde, maar in de praktijk ook in geval van overtreding van lid 1. De meervoudige strafkamer van de rechtbank behandelt de zwaardere strafzaken. Er wordt zwaar getild aan kinderpornografie.

Een advocaat

De straffen bij een veroordeling voor overtreding van art. 240b Sr zijn groot. In ieder geval wordt – gelet op het taakstrafverbod – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste één dag opgelegd. Ook voor de toekomst, en met name met betrekking tot de aanvraag van een VOG, zijn de gevolgen van een veroordeling voor artikel 240b Sr groot. Gelet hierop, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde advocaat. U kunt ons altijd benaderen voor gespecialiseerde juridische bijstand!

Strafrechtadvocaat nodig?

Juist omdat kinderporno (art. 240b Sr) zo complex is en steeds aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden bepaald of sprake is van overtreding hiervan, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat. Zeker gelet op de belangen die op het spel staan is het verstandig dat u zich vooraf goed laat informeren. Het is van belang om vooraf te weten wat u kunt verwachten en welke verweren namens u gevoerd kunnen worden. U kunt ons altijd benaderen voor gespecialiseerd juridisch advies.

Deskundige strafrechtadvocaat

Strafrechtzaken.nl is een initiatief van een netwerk van strafrechtadvocaten door heel Nederland. Uw zaak zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van uw aanmelding worden doorverwezen naar een gespecialiseerde strafrechtadvocaat, welke zo spoedig mogelijk contact met u zal opnemen. U bent met strafrechtzaken.nl verzekerd van deskundige rechtsbijstand op het gebied van het zeden. De strafrechtadvocaten die bij het netwerk zijn aangesloten hebben kennis en ervaring met kinderporno (art. 240b Sr). U ontvangt een eerlijk en deskundig advies. Samen met u zal de beste verdedigingsstrategie worden bepaald.

Voordelige strafrechtadvocaat

Advocaat van onvermogen / pro deo-advocaat (toevoeging)
Alle strafrechtadvocaten in ons netwerk zijn bereid u bij te staan op basis van een toevoeging. Dit houdt in dat sprake is van gesubsidieerde rechtsbijstand. Aan de hand van uw inkomen in het peiljaar (twee jaar geleden) wordt door de Raad voor Rechtsbijstand getoetst of u in aanmerking komt voor een toevoeging. Indien u in aanmerking komt voor een toevoeging betaalt u enkel een eenmalige eigen bijdrage aan de advocaatkosten. In veel gevallen bedraagt deze slechts €143,00 voor de gehele zaak!