5/5
9.6 VAN 10 / 25 BEOORDELINGEN

Verduistering (art. 321 Sr)

De delictsomschrijving

Artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

‘’Hij die opzettelijk een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.’’

In het kort gaat het er bij verduistering om dat persoon A een goed van persoon B zonder toestemming van persoon B toeëigent terwijl dat goed anders dan door een misdrijf in het bezit van persoon A is gekomen.

Een toelichting

Artikel 321 Sr, zijnde verduistering, valt onder Titel XXIV van het Wetboek van Strafrecht. Een specialistische variant, die overigens zwaarder wordt bestraft, is neergelegd in artikel 322 Sr. Dit heeft betrekking op verduistering in dienstbetrekking, inhoudende dat er sprake zou zijn van verduistering in een arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Voor verduistering in dienstbetrekking klikt u hier.

Ook is er nog een variant van verduistering wettelijk gereld in artikel 323 Sr, dat toeziet op verduistering door een curator of voogd. Ook deze variant wordt zwaarder bestraft dan de ‘kale’ verduistering uit artikel 321 Sr. Voor verduistering door een curator of voogd ex artikel 323 Sr klikt u hier.

Opzet

Een belangrijk vereiste voor een bewezenverklaring van artikel 321 Sr is het vereiste dat de persoon die verdacht wordt van verduistering ook opzet op zijn handelen heeft gehad. Voorwaardelijk opzet is hierbij voldoende. Kort gezegd komt het er dus op neer dat de verdachte moet hebben geweten, of bewust de aanmerkelijke kans moet hebben aanvaard, dat hij het goed dat hij anders dan uit een misdrijf onder zich had wederrechtelijk zou toe-eigenen.

Wederrechtelijke toe-eigening

In de wettekst van artikel 350 lid 1 Sr is het zinsdeel ‘opzettelijk en wederrechtelijk’ opgenomen. Dit duidt op het zogeheten ‘kleurloos opzet’, inhoudende dat de opzet op de wederrechtelijkheid bij het plegen van het strafbare feit wordt verondersteld aanwezig te zijn. Opzet op de wederrechtelijkheid hoeft dus niet apart te worden bewezen. De persoon die vernielt hoeft daardoor niet te hebben geweten, ofwel bewust de aanmerkelijke kans te hebben aanvaard, dat hij wederrechtelijk handelde.

Voorwaarden verduistering

Naast het opzet van de verdachte zijn er nog andere voorwaarden waaraan voldaan dient te zijn voordat men kan spreken van verduistering in de zin van artikel 321 Sr. De overige voorwaarden voor verduistering blijken bijvoorbeeld uit de wettekst en worden onderstaand weergegeven.

Goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort

Voor het begrip ‘toebehoren’ wordt aansluiting gezocht bij het civiele recht. Het eigendomsbegrip is hier dan ook leidend maar niet doorslaggevend. Duidelijk dient echter te zijn dat het goed dat zou zijn verduisterd niet in eigendom toebehoorde aan de persoon die verdacht wordt van het verduisteren van dat goed. Dan kan immers geen sprake zijn van verduistering omdat niet is voldaan aan deze voorwaarde.

Anders dan door een misdrijf verkregen

Een volgende voorwaarde voor verduistering ex artikel 321 Sr is het feit dat het te verduisteren goed ‘anders dan door een misdrijf dient te zijn verkregen’. Het goed moet zich dus rechtmatig onder de persoon die het goed onder zich houdt bevinden. Hiervoor is bijvoorbeeld een toevertrouwen vereist. Indien uw buurman u vraagt een bankstel voor hem op te slaan, heeft u dit goed bijvoorbeeld anders dan door een misdrijf verkregen. Als u het bankstel vervolgens zou verduisteren is in die casus in ieder geval voldaan aan deze voorwaarde. Indien het goed echter door een eigen misdrijf verkregen is, is een veroordeling terzake verduistering uitgesloten omdat niet aan deze voorwaarde is voldaan.

Wederrechtelijk toe-eigenen

Van ‘toe-eigenen’ is sprake indien de dader besluit als heer en meester over het goed te zullen gaan beschikken. Er dient echter ook sprake te zijn van ‘wederrechtelijkheid’ ten aanzien van dit toe-eigenen. Daarvan is sprake indien een persoon besluit als heer en meester over een goed te zullen gaan beschikken zonder dat hij daartoe door de rechtmatige eigenaar is gerechtigd.

Conclusie

Verduistering kent dus een aantal voorwaarden. Er dient sprake te zijn van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat anders dan door een misdrijf in het bezit van een persoon is gekomen. Die persoon eigent dat goed vervolgens wederrechtelijk toe door er, zonder toestemming van de rechtmatige eigenaar, als heer en meester over te gaan beschikken.

De afdoening

Een overtreding van artikel 321 Sr kan worden afgedaan middels een strafbeschikking. Deze strafbeschikking kan op een OM-zitting aan de verdachte worden opgelegd, maar kan ook rechtstreeks (als geldboete) per post aan de verdachte worden toegezonden. Het loont in dergelijke gevallen vaak om verzet in te stellen tegen de ontvangen strafbeschikking. Uw zaak wordt dan op zitting gebracht waarbij een onpartijdige en onafhankelijke rechter naar uw zaak kijkt. Lees hier meer over het instellen van verzet. Let op: de termijn voor het instellen van verzet bedraagt 14 dagen!

Ook kunt u door het Openbaar Ministerie gedagvaard worden om op een zitting te verschijnen. Dan bekijkt een rechter of u zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 321 Sr (verduistering). Het is altijd raadzaam een gespecialiseerde advocaat in te schakelen. Een dergelijke gespecialiseerde advocaat verschaft deskundige rechtsbijstand. Dit is noodzakelijk in een strafrechtelijke procedure waarbij de belangen vaak groot zijn.

Strafrechtadvocaat nodig?

Juist omdat verduistering (art. 321 Sr) zo complex is en steeds aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden bepaald of sprake is van overtreding hiervan, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat. Zeker gelet op de belangen die op het spel staan is het verstandig dat u zich vooraf goed laat informeren. Het is van belang om vooraf te weten wat u kunt verwachten en welke verweren namens u gevoerd kunnen worden. U kunt ons altijd benaderen voor gespecialiseerd juridisch advies.

Deskundige strafrechtadvocaat

Strafrechtzaken.nl is een initiatief van een netwerk van strafrechtadvocaten door heel Nederland. Uw zaak zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van uw aanmelding worden doorverwezen naar een gespecialiseerde strafrechtadvocaat, welke zo spoedig mogelijk contact met u zal opnemen. U bent met strafrechtzaken.nl verzekerd van deskundige rechtsbijstand op het gebied van verduistering. De strafrechtadvocaten die bij het netwerk zijn aangesloten hebben kennis en ervaring met verduistering (art. 321 Sr). U ontvangt een eerlijk en deskundig advies. Samen met u zal de beste verdedigingsstrategie worden bepaald.

Voordelige strafrechtadvocaat

Advocaat van onvermogen / pro deo-advocaat (toevoeging)
Alle strafrechtadvocaten in ons netwerk zijn bereid u bij te staan op basis van een toevoeging. Dit houdt in dat sprake is van gesubsidieerde rechtsbijstand. Aan de hand van uw inkomen in het peiljaar (twee jaar geleden) wordt door de Raad voor Rechtsbijstand getoetst of u in aanmerking komt voor een toevoeging. Indien u in aanmerking komt voor een toevoeging betaalt u enkel een eenmalige eigen bijdrage aan de advocaatkosten. In veel gevallen bedraagt deze slechts €143,00 voor de gehele zaak! Lees hier meer over bijstand van een gespecialiseerde strafrechtadvocaat op basis van een toevoeging.

Helaas is het in sommige gevallen niet mogelijk om een toevoeging te krijgen. Dit zou kunnen betekenen dat u de kosten van rechtsbijstand zelf moet betalen. Bij strafrechtzaken.nl hanteren wij een voordeeltarief waar u bij alle aangesloten strafrechtadvocaten gebruik van kunt maken. Het betreft een extra voordelig honorarium speciaal voor bezoekers van strafrechtzaken.nl van €125,00 exclusief BTW. Dit voordeeltarief is uitsluitend geldig na doorverwijzing via strafrechtzaken.nl en is niet geldig in combinatie met andere prijsafspraken. Het is altijd verstandig om de zaak met een strafrechtadvocaat te bespreken. Indien de strafzaak wordt geseponeerd, u wordt vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging, kunnen alle kosten van rechtsbijstand door de Staat worden vergoed. Uw strafrechtadvocaat kan u hierin adviseren en namens u een verzoekschrift indienen. Meer informatie hierover kunt u lezen op schadevergoeding strafzaak.