5/5
9.6 VAN 10 / 25 BEOORDELINGEN
strafrechtzaken

Voorbereidingshandelingen harddrugs (artikel 10a Opiumwet)

De delictsomschrijving

Artikel 10a van de Opiumwet luidt als volgt:
“1. Hij die om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10, voor de bereiden of te bevorderen:
1° een ander tracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
2° zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen,
3° voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Niet strafbaar is hij die de in het eerste lid omschreven feiten begaat met betrekking tot het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een geringe hoeveelheid, bestemd voor eigen gebruik.”

Kort en zakelijk weergegeven gaat het dus om allerlei vormen van voorbereidings- en bevorderingshandelingen voor het plegen van harddrugsdelicten. De meest recente versie van het artikel is op 1 juli 2006 in werking getreden.

Een toelichting

Artikel 10a Opiumwet is aanvankelijk door de wetgever bedacht omdat het in de praktijk vaak moeilijk bleek te zijn handelingen die zich voorafgaand aan daadwerkelijke drugsdelicten voordeden strafbaar te stellen. Van belang is wel dat alleen voorbereidingshandelingen ten aanzien van de in artikel 10 lid 4 en lid 5 Opiumwet genoemde delicten in dit artikel strafbaar worden gesteld. Dat betekent dat slechts voorbereidingshandelingen voor de in-/uitvoer en vervaardiging van harddrugs strafbaar zijn gesteld. Overtreding van artikel 10a Opiumwet komt veelvuldig voor. Het kan zich ook op allerlei verschillende wijzen manifesteren en varieert van het ter beschikking stellen van ruimtes tot het verkopen van bepaalde goederen die dienstbaar kunnen zijn bij drugsdelicten
Het artikel richt zich tot degene die zich op enigerlei wijze bezighoudt met Opiumwetdelicten in de voorfase, zoals financiers en organisatoren. Het artikel beschermt de maatschappij door te voorkomen dat harddrugs in omloop raken, waardoor ook de maatschappelijke gezondheid en veiligheid kan worden aangetast.

Opzet

Voor een bewezenverklaring van overtreding van artikel 10a Opiumwet moet altijd worden bewezen dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het plegen van het delict. Hoewel het bestanddeel ‘ernstige reden om te vermoeden’ ook een culpavariant lijkt te impliceren, is dit niet juist, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis.

Zelfstandig delict

Artikel 10a Opiumwet betreft een zelfstandig delict. Voor een bewezenverklaring hoeft nog niet duidelijk te zijn welk concreet feit in de toekomst gepleegd zou gaan worden. Het gaat er slechts om dat de verdachte opzettelijk bepaalde voorbereidings- of bevorderingshandelingen verrichte. Ook wordt dus niet vereist dat het feit ook daadwerkelijk is gepleegd.

Welke feiten?

De voorbereiding of bevordering van de in artikel 10 lid 4 en 5 Opiumwet genoemde feiten is strafbaar gesteld in artikel 10a Opiumwet. Het moet dus gaan om de voorbereiding of bevordering van het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van ‘Lijst I-middelen’ (art. 10 lid 4 Opiumwet) of om de voorbereiding of bevordering van het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van ‘Lijst I-middelen’.

Trachten te bewegen

Onder ‘trachten te bewegen’ moet nadrukkelijk niet worden begrepen het proberen te bewegen, hetgeen niet is gelukt. Ook wanneer dit wel is gelukt, valt dit onder ‘trachten te bewegen’. Het gaat erom dat rechtstreekse invloed op iemand is uitgeoefend om de genoemde delicten te plegen. Of het delict daadwerkelijk gepleegd is, is niet relevant.

Trachten te verschaffen

Hieronder moet worden begrepen het ter beschikking stellen van ruimten, inlichtingen of anderszins middelen/gelegenheid aan een ander met als gevolg dat het plegen van Opiumwetdelicten wordt bevorderd, ongeacht of deze delicten ook daadwerkelijk worden gepleegd. Ook hier geldt dat door de wetgever nadrukkelijk niet is bedoeld slechts het ‘trachten’ strafbaar te stellen, maar ook de gevallen waarin het bevorderen daadwerkelijk is gelukt.

Voorwerpen

Onder deze voorwerpen moeten onder andere worden begrepen gereedschappen, instrumenten en apparatuur bedoeld voor de vervaardiging van harddrugs. Het gaat dus echt om voorwerpen die dienstbaar kunnen zijn aan het plegen van deze delicten. Het gaat hier nadrukkelijk niet om onroerende zaken.

1 Zie pagina 12 en 13 van de Memorie van Toelichting bij het artikel, maar ook Hoge Raad 6 januari 2015,
ECLI:NL:HR:2015:7).

Stoffen

Onder stoffen moeten worden verstaan stoffen die dienstbaar kunnen zijn aan de productie van harddrugs, zoals versnijdingsmiddelen en andere grondstoffen.

Vervoermiddelen

Hierbij moet worden gedacht aan het kopen, huren of leasen van een vervoermiddel dat geschikt is (gemaakt) om dienstbaar te zijn aan de Opiumwetdelicten.

Geld of andere betaalmiddelen

Hierbij gaat het – vanzelfsprekend – om geld of andere betaalmiddelen die worden aangewend voor de Opiumwetdelicten.

Straffeloosheid

In lid 2 van het artikel wordt benoemd wanneer sprake is van straffeloosheid op grond van dit artikel. Dit is het gevaar indien het gaat om voorbereidings- of bevorderingshandelingen ten aanzien van het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van kleine hoeveelheden harddrugs, bestemd voor eigen gebruik.

De strafbedreiging

De maximumstraffen die gelden bij overtreding van artikel 10a Opiumwet zijn een gevangenisstraf van zes jaar en/of geldboete van de vijfde categorie. Eveneens kan de verbeurdverklaring van de goederen worden uitgesproken.

De afdoening

Een overtreding van artikel 10a Opiumwet kan worden afgedaan middels een strafbeschikking. Deze
strafbeschikking kan op een OM-zitting aan de verdachte worden opgelegd, maar kan ook rechtstreeks
(als geldboete) per post aan de verdachte worden toegezonden. Verder kan een overtreding van artikel
10a Opiumwet afgedaan worden middels een zogenaamde OM-transactie. Toch zal dit zelden tot nooit
gebeuren. In de praktijk wordt er vaak voor gekozen de verdachte te dagvaarden om bij de
rechtbank te verschijnen.

Een advocaat

De gevolgen voor de verdachte zijn bij vervolging voor artikel 10a Opiumwet groot. Zo worden de goederen vaak verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer, kan er een ontnemingsvordering komen en zijn ook overigens de straffen hoog. Vaak is er op veel punten goed verweer te voeren door een advocaat. Gelet hierop, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde advocaat. U kunt ons altijd benaderen voor gespecialiseerde juridische bijstand!

Strafrechtadvocaat nodig?

Juist omdat voorbereidingshandelingen harddrugs (artikel 10a Opiumwet) zo complex is en steeds aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden bepaald of sprake is van overtreding hiervan, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat. Zeker gelet op de belangen die op het spel staan is het verstandig dat u zich vooraf goed laat informeren. Het is van belang om vooraf te weten wat u kunt verwachten en welke verweren namens u gevoerd kunnen worden. U kunt ons altijd benaderen voor gespecialiseerd juridisch advies.

Deskundige strafrechtadvocaat

Strafrechtzaken.nl is een initiatief van een netwerk van strafrechtadvocaten door heel Nederland. Uw zaak zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van uw aanmelding worden doorverwezen naar een gespecialiseerde strafrechtadvocaat, welke zo spoedig mogelijk contact met u zal opnemen. U bent met strafrechtzaken.nl verzekerd van deskundige rechtsbijstand op het gebied van harddrugs. De strafrechtadvocaten die bij het netwerk zijn aangesloten hebben kennis en ervaring met voorbereidingshandelingen harddrugs (artikel 10a Opiumwet). U ontvangt een eerlijk en deskundig advies. Samen met u zal de beste verdedigingsstrategie worden bepaald.

Voordelige strafrechtadvocaat

Advocaat van onvermogen / pro deo-advocaat (toevoeging)
Alle strafrechtadvocaten in ons netwerk zijn bereid u bij te staan op basis van een toevoeging. Dit houdt in dat sprake is van gesubsidieerde rechtsbijstand. Aan de hand van uw inkomen in het peiljaar (twee jaar geleden) wordt door de Raad voor Rechtsbijstand getoetst of u in aanmerking komt voor een toevoeging. Indien u in aanmerking komt voor een toevoeging betaalt u enkel een eenmalige eigen bijdrage aan de advocaatkosten. In veel gevallen bedraagt deze slechts €143,00 voor de gehele zaak! Lees hier meer over bijstand van een gespecialiseerde strafrechtadvocaat op basis van een toevoeging.

Helaas is het in sommige gevallen niet mogelijk om een toevoeging te krijgen. Dit zou kunnen betekenen dat u de kosten van rechtsbijstand zelf moet betalen. Bij strafrechtzaken.nl hanteren wij een voordeeltarief waar u bij alle aangesloten strafrechtadvocaten gebruik van kunt maken. Het betreft een extra voordelig honorarium speciaal voor bezoekers van strafrechtzaken.nl van €125,00 exclusief BTW. Dit voordeeltarief is uitsluitend geldig na doorverwijzing via strafrechtzaken.nl en is niet geldig in combinatie met andere prijsafspraken. Het is altijd verstandig om de zaak met een strafrechtadvocaat te bespreken. Indien de strafzaak wordt geseponeerd, u wordt vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging, kunnen alle kosten van rechtsbijstand door de Staat worden vergoed. Uw strafrechtadvocaat kan u hierin adviseren en namens u een verzoekschrift indienen. Meer informatie hierover kunt u lezen op schadevergoeding strafzaak.